De vrijheid van de B,B & B?
De afgelopen persconferentie van het kabinet bracht het eindelijk weer een beetje dichterbij: vrijheid. Vrijheden zoals vele tijdens de Nationale Herdenking zo mooi beschreven waren voorheen verpakt in het onbezorgde leven. De crisis van de afgelopen anderhalf jaar laat ook zien dat een aantal van die vrijheden kan worden ingeperkt, zoals die van sport en bewegen. Vele komen aan die vrijheden nu niet toe. En ja ik weet dat niet alles gemakkelijk met elkaar te vergelijken is. Meer sporten zorgt voor meer bewegingen van mensen, meer sociale contacten en dus meer kans op verspreiding van het coronavirus. Toch voelt het als een onredelijke inperking van deze vrijheid. Vorige maand werd bovendien eens te meer duidelijk dat mensen met minder mogelijkheden dan ik, een nog verdere afstand tot sport en bewegen ontwikkelen. Terwijl we gezamenlijk toch juist moeten zorgen voor meer beweegminuten per dag, minder overgewicht, gezondere leefstijl en een betere gezondheid. De discussie hierover bij beleidsmakers? Die is de afgelopen weken in de Tweede Kamer alleen maar gegaan over gelekte notulen, ministerraden, kabinetsformatie enz. Wat als dat niet was gebeurd vroeg ik mij toen af. Niet dat we dan al een nieuw kabinet zouden hebben, maar hadden we dan wel al sneller de sport en het bewegen onder de aandacht gekregen? Hoe komt het toch dat in Nederland sport & bewegen nooit echt onder de aandacht komt bij beleidsbepalers?
Juist de sport & bewegen is iets wat in een gezondheidscrisis eens te meer kan zorgen voor een (bijdrage in de) oplossing. En zeg nu toch zelf: op een buiten sportveld met een team waarbij de helft van het team boven de 27 jaar is en de andere helft onder de 27, dat werkt praktisch gezien toch niet? Het nodigt voor amateursportverenigingen in ieder geval niet uit om ook bestuurlijk hun best te doen in het mogelijk maken van sport. Daar heb je namelijk te maken met vrijwilligers, ook beleidsbepalers, maar de beleidsbepalers hebben aanzienlijk minder invloed op de Nederlandse bevolking. Dan heb ik het nog niet eens over de mensen die graag iets met hun vrije tijd gebruiken voor een binnensport. Tot de meeste recente persconferentie was hier niets, maar dan ook niets mogelijk. En zelfs nu er weer wat hoop gloort aan de horizon voor hen, heeft het kabinet besloten een “pauze-knop” erbij te bedenken. De enige knop die ik zou kunnen bedenken is het zo snel mogelijk indrukken van een beweegknop.
De afgelopen weken had ik binnen mijn vriendengroep meermaals de discussie hoe het toch kan dan sport & bewegen, wezenlijk onderdeel van de gezondheidspreventie, amper deel uitmaakt van onze exit strategie rondom het coronavirus. Zelfs zij, geen groot sportliefhebbers (op een weddenschap na!), vonden het vreemd dat er 0,0 aandacht is voor dit probleem. Nu is mijn sociale media tijdlijn oververtegenwoordigd met sport en bewegen, maar hoe kan het nu dan toch dat iets waar mensen van vitaleren, wat mensen gezonder – zowel fysiek als mentaal – maakt, niet de aandacht krijgt en het meer een straf dan plezier is om te gaan bewegen? Of doen wij, als sportprofessionals, gewoon wat verkeerd? Vele bestuurders van sportbonden zag ik een oproep doen aan het kabinet voor meer versoepelingen, maar geen enkele keer werd dit ook echt gehoord. Is het glas Bier en de Bitterbal (hij staat ook voor 18:00 al op de tafel hoor meneer Rutte!) dus echt vele malen belangrijker dan de B van Beweging. Maar goed dat er volgens Hugo de Jonge nu een TripleB in de Kamer zit. Nu maar hopen dat de nieuwe minister ook weet waar de B van BEWEGEN! voor staat.